Gemengd sporten in een islamitisch land? Het klinkt als een utopie. Korfbalvereniging PSV uit Eindhoven
en het Utrechtse Synergo laten zich er niet door van de wijs brengen. Ze willen van Marokko de 58ste korfbalnatie ter wereld maken.
Het enthousiasme voor het ‘jeu de korfbal’ ontluikt voorzichtig in het Rifgebergte.
door Anneke Liebrand
Palmbladeren dansen in de felle zon. Forse windstoten veroorzaken zandstormpjes boven het kiezelige korfbal veld op het college in het Marokkaanse Rifgebergte. Honderden jeugdige ogen kijken aandachtig hoe de Nederlanders hun zelf meegebrachte zwart-wit geblokte ballen moeiteloos door de 3,5 meter hoge manden-op-palen werpen. Meisjes met en zonder hoofddoek wijzen, smiespelen en giechelen. Jongens hangen vriendschappelijk om elkaars nek. „Wat is dat?”, vraagt een dappere enkeling in puik Frans nieuwsgierig. Voilà: korfbal! Een delegatie van vijf korfbalgekke Nederlanders is in Nador neergestreken om hun sport aan de man te brengen in Marokko. Eindhovenaar Ate van Heusden, Leonie van den Heuvel uit Aarle-Rixtel en Harry Feyen uit Roermond zijn er namens PSV Korfbal. Sander Hofman en El Mamoun Loukili vertegenwoordigen het Utrechtse Synergo. Het doel van de Nederlanders klinkt even absurd als ambitieus: ze willen van Marokko een korfballand maken. Regeringsfunctionarissen in oost-Marokko reageerden een maand eerder positief op een verzoek van de Nederlanders om de sport in het gebied te introduceren. Van Heusden: „Ze zeiden: ‘We hebben het korfbal nodig’. Het was koren op de molen van de Nederlanders. Ze ontpopten zich in no-time tot korfbalmissionarissen, kregen visioenen over de emancipatie van een islamitisch land en stelden zich direct een hoger doel. Marokko zou te zijner tijd als 58ste lid bij de internationale bond (IKF) kunnen worden ingeschreven. Het is toekomstmuziek. Havenstad Nador vormt nu de uitvalsbasis van de missie. Vanuit deze 180.000 zielen tellende kustplaats willen de korfballers hun sport als een olievlek over het land verpreiden en later zelfs misschien wel het hele Afrikaanse continent veroveren. De plaats ligt in het Rifgebied dat lange tijd achtergesteld is door de eigen regering. Sinds Koning Mohammed VI zijn vader in 1999 opvolgde, zijn de contacten met hoofdstad Rabat verbeterd. Het gebied ontwikkelt zich razendsnel. Eind dit jaar zal ieder huishouden zijn voorzien van elektriciteit. De watervoorziening volgt later, zo heeft de koning beloofd.
De streek drijft voor en groot deel op West-Europees geld. Veel families hebben twee huizen: één in Marokko en één overzees. Op de uitgestrekte vlakten tussen Nador en de zestig kilometer verderop gelegen groeistad Driouch schieten privé-paleisjes als paddestoelen uit de grond.
De transitie gaat onvermijdelijk gepaard met grote contrasten. Fonkelnieuwe Mercedessen halen een aardappelboer in die met kar en muilezel zijn weg vervolgt naar de plaatselijke markt. Het internetcafé huist naast de ambachtelijke timmerman.
Voor de Nederlanders leidt het soms tot kleine beproevingen. Het ‘heilige’ op tijd komen moet wijken als een herder met zijn kudde schapen minuten lang de weg verspert. En: voor verse muntthee of een tajine met couscous is er altijd tijd. Ook als dat midden in de nacht is na een lange dag hard werken in de hitte. Zo hobbelen de ‘Hollanda’s’ door het pikdonker over een bergweg in een rokende Mercedes D240 naar het zoveelste niet af te wijzen diner. De korfballers leren tijdens hun korte verblijf nog een belangrijke les: het is belangrijk wie je kent. Goede netwerken zijn essentieel. Gezant Loukili speelt daarin een sleutelrol. Samen met zijn (uitgebreide) familie opent hij deuren in het Noord-Afrikaanse land.
Zo zorgt oom Khalid ervoor dat de korfbalpalen op tijd zijn gelast èn betaald. Bovendien taxiet oomlief zijn ‘freunden aus die Niederlande’ van hot naar her. „Ik heb weinig vrienden, maar wel heel veel bekenden”, typeert Khalid zijn netwerk. Iedereen heeft het allang gezien: Khalid regelt achter de schermen alles.
Terug naar de trainingen in Nador. De korfballers hebben tien palen opgesteld op het ommuurde schoolterrein, van het college. Zo’n zeventig studenten van de school en het nabijgelegen lyceum krijgen vier dagen lang korfballes. De meiden en jongens zijn enthousiast: de van oorsprong Nederlandse sport is nieuw, Europees en lijkt op het in Marokko geliefde basketbal. Van Heusden is verrast door de gedrevenheid van de jeugdige spelers. „Ze hebben zoveel temperament.” Makre Youssra (15) valt op als één van de talentvolste speelsters. Ze gooit de bal opvallend geoefend door de gele ring. „Ik heb al gedroomd van korfballen in het nationale team.” Haar moeder, een gepensioneerde professor, duikt drie dagen achtereen langs de lijn op als supporter. Dat korfbal goed zou zijn voor de emancipatie, klinkt haar vreemd in de oren. Haar dochter basketbalt namelijk al jaren in een mix-team bij de plaatselijke trots Basket Ithri. „Ze mag zelf weten wat ze doet”, zegt ma beslist. En zij is niet de enige die haar dochter zelf keuzes laat maken. „In de stad zijn de meeste families vrij liberaal. Op het platteland is dat anders. Jongens mogen daar nog steeds meer dan meiden. Maar ook daar verandert het snel.”
Gymdocenten en -docentes zien kansen voor de sport in Marokko. Eén van hen bedenkt zelfs een nieuwe variant op ‘het basketbal zonder dribbelen’: beachkorfbal. „Als er meer materiaal komt, kan het heel hard gaan met deze sport.” Een andere leraar belooft zijn contacten in Fez, Tanger en Casablanca op de hoogte te brengen van de noviteit.
De korfbalbonden, landelijk en mondiaal, volgen het project ondertussen belangstellend. Het KNKV (Koninklijke Nederlandse KorfbalVerbond) heeft het initiatief met veertien korven en ballen gesponsord. Verder betalen de PSV’ers en de mannen van Synergo vooralsnog alles uit eigen zak. Ze zoeken daarom ook buiten ‘het wereldje’ naar donateurs. De Nederlandse ambassade in Rabat, de gemeente Eindhoven en vliegtuigmaatschappij Ryanair kunnen allemaal een sponsoringsverzoek tegemoet zien. Van het IKF (Internationale korfbalfederatie) hoeven ze nog geen geld te verwachten. „Wij wachten nog even af. We beschouwen dit als een particulier initiatief”, zegt bestuurslid Henk Welmers van de IKF.
„Begrijp me niet me niet verkeerd: we willen ons niet aan onze verantwoordelijkheid onttrekken, hoor. We werken het liefst op de achtergrond mee. Laat ze nog maar even pionieren.” De wereldbond streeft naar een ledental van 60 korfballanden in 2011. De teller staat op 57. Geld heeft de bond nauwelijks.
Het bestuurslid volgt de inspanningen op een afstand. Hij hoopt dat de ‘pioniers’ één belangrijk aspect voor ogen houden. „Introduceren is niet voldoende. Je moet samenwerken met de autoriteiten daar, ze zelfstandig laten werken.”
Met die ‘hotemetoten’, zoals Feyen de mannen met beslissingsbevoegdheden noemt, zit op het eerste gezicht wel snor. Een aantal van hen is tijdens de trainingen dagelijks bij het sportveld aanwezig. De inspecteur van onderwijs blijkt zelfs een groot voorstander van de missie omdat het een gemengde sport is die gemakkelijk op school kan worden gespeeld. Over emancipatie van de jeugd wil hij niets horen. „We moeten niet een probleem creëren dat er niet is. We hebben hier al jaren gemengd onderwijs. Jongens en meiden voetballen ook gewoon samen op straat.” Is er dan niemand die de gemengde sport afwijst? De opa van Mamoun Loukili wellicht. Loukili: „Hij weet dat het een sport is die op basketbal lijkt.
Hij vindt het een goede zaak dat we hier zijn, voor de dialoog en de ontmoeting tussen Marokkanen en Nederlanders. Dat vrouwen en mannen het spel samen spelen, heb ik hem nooit durven vertellen.”
In Nador, in café de Molen (kan het toepasselijker?), maakt de delegatie afspraken over de ontwikkeling van het korfbal.
Drie jaar lang zullen PSV, Synergo en de autoriteiten zich sterk maken voor korfballessen op scholen in de stad.
Tot een ondertekening van een officieel convenant komt het niet. De man die daartoe is gemachtigd, wordt op het moment supreme weggeroepen voor een bijeenkomst met koning Mohammed VI in Oujda. De handtekening zal op een later tijdstip waarschijnlijk in hoofdstad Rabat plaatsvinden.
Van Heusden blijft optimistisch. „Het gaat hard. We hebben al veel bereikt.
Ik begin steeds meer te geloven in de snelheid en grondigheid waarmee de Marokkanen het aan willen pakken.”
Eenmaal thuis in Eindhoven heeft Van Heusden de reis nog eens op zich in laten werken. „Die gedachte om de samenleving daar te emanciperen is een typisch Neder lands vooroordeel van ons geweest. Het gemengde karakter van de sport doet er niet echt toe. Ze willen vooral een uitwisseling met Europa. Met de woorden: ‘Wij hebben korfbal nodig’, bedoelden ze iets heel anders dan emancipatie. We hebben dat verkeerd geïnterpreteerd. Ze willen hun kinderen modern opvoeden. Daarin kan korfbal een middel zijn. Hoe meer contacten met Europa, hoe beter.” In het najaar reizen teams uit Eindhoven en Utrecht naar Nador. Het gaat de clubs niet zozeer om de prestaties. De uitwisseling is minstens zo belangrijk. Feyen: we willen vooral ook wederzijds begrip creëren. Jongeren uit Nederland en Marokko kunnen veel van elkaar leren.”